Onderzoek door Princeton University Neuroscience Institute, gepubliceerd in The Journal of Neuroscience, heeft aangetoond dat wanorde om ons heen ons vermogen om te focussen negatief beïnvloedt. Ook zorgt wanorde ervoor dat we maar beperkt informatie kunnen verwerken en raken we vermoeid. Wanorde leidt af en zorgt ervoor dat we minder goed informatie kunnen verwerken dan in een rustige, georganiseerde en opgeruimde omgeving. Wanorde vraagt om aandacht zoals een klein kind kan zeuren om snoep terwijl je met iets bezig bent. Alhoewel je door gaat met wat je aan het doen bent, ben je er van bewust dat het kind om aandacht vraagt en kun je je minder goed focussen. Het gezeur zorgt er ook voor dat je je mentaal minder sterk voelt en kan zelfs leiden tot frustratie.

Onderzoeksmethodiek

De onderzoekers gebruikten fMRI (functional magnetic resonance imaging) en andere instrumenten om de activiteit van de hersenen te meten. Een fMRI is een speciale MRI-techniek die wordt gebruikt in het modern hersenonderzoek waarbij de activiteit van de hersenen door middel van een computer zichtbaar wordt gemaakt in een driedimensionaal beeld.

De proefpersonen werden blootgesteld aan een geordende en een wanordelijke omgeving, waarbij ze verschillende taken moesten uitvoeren. Sabine Kastner, leidster van het onderzoek, vroeg bijvoorbeeld de proefpersonen zich te focussen op één object terwijl tegelijkertijd een ander object in het gezichtsveld werd geplaatst. Kastner ontdekte een wazige versie van het tweede object in de hersenscan. Ze concludeerde dat in iedere omgeving er een gerichte beweging door de hersenen is naar het object waarop men focust en een blokkerende beweging naar de overige objecten die afleiden. Hoe meer objecten er in het gezichtsveld zijn die afleiden, des te harder moeten de hersenen werken om zich goed op het gewenste object te kunnen focussen.

Conclusies

Wanneer je je zo goed mogelijk wilt kunnen focussen en informatie zo effectief mogelijk wilt verwerken, moet je zorgen voor een opgeruimd huis en/of werkomgeving. Het onderzoek toont aan dat je dan productiever bent, dat je minder snel afgeleid raakt en informatie beter kunt verwerken.